Ventilatie
Het belang van ventileren
Een mens heeft 20 kubieke meter (m³) schone lucht per uur nodig om zich gezond te voelen en goed te functioneren. Stel je voor dat de ruimte waarin je nu zit niet goed wordt geventileerd. Dan adem je steeds de lucht in die je gezinsleden ook in- en uitademen en weer hergebruiken. Kortom, zonder ventilatie verontreinigt de lucht die je nodig hebt steeds verder. Een extra reden om goed te ventileren is dat daarmee vochtproblemen voorkomen worden, (zie dit artikel).
Een maat voor schone lucht in een woning is het CO2-gehalte (uitgedrukt in parts per million = ppm). Met de aanwezigheid van mensen in een ruimte loopt het CO2-gehalte snel op, afhankelijk uiteraard van o.a. de ventilatie, de grootte van de ruimte en het aantal mensen. De normen staan in de tabel hieronder.
400 – 800 ppm | goed |
800 – 1200 ppm | verbeter de ventilatie of lucht kort |
1200 – 2000 ppm | ga snel goed ventileren of luchten |
> 2000 ppm | urgent goed ventileren (zet de ventilatiebox even op maximaal of open ramen) |
Als een huis goed geïsoleerd wordt, dan verdwijnen de meeste kieren en wordt het huis luchtdicht. Daarom moet tegelijk met de verbetering van de isolatie ook de ventilatie aangepakt worden.
Met ventileren bedoelen we dat vervuilde lucht de woning verlaat en er schone verse lucht binnenkomt. Ventileren wordt nogal eens verward met luchten. Dat is toch echt wat anders. Bij luchten zet je ramen en deuren tegen elkaar open waardoor de vervuilde lucht snel naar buiten waait en er frisse lucht weer naar binnen komt. Als je de ramen en deuren sluit, ververst de lucht in huis niet meer tot je ze weer open doet. Bij ventileren zorgt een ventilatiesysteem constant voor de aan- en afvoer van schone lucht in huis zonder dat je daar ramen of deuren voor open hoeft te zetten. Lees hier meer over het belang van ventilatie en hoe je zorgt voor energiebesparing. Want luchten betekent ook dat de warmte snel uit de woning verdwijnt.
Meten = weten
Om te weten hoe gezond de lucht is in jouw huis is het belang de kwaliteit te meten. Zoals we in dit artikel over ventileren al vastgesteld hebben is het CO2-gehalte van belang. Hiernaast is het belangrijk om te weten hoeveel vocht er in de lucht zit, zie dit artikel. Bedrijven zoals KMZ kunnen dat meten doen met een datalogger, die enkele dagen neergezet wordt en waarna er een rapport wordt geschreven met advies. Zelf meten kan prima met speciale apparaatjes, die in prijs uiteenlopen van enkele 100-en euro’s tot enkele 10-tjes De duurdere zijn (semi-)professioneel en geijkt, b.v. Aranet4 Home – ca € 200. De goedkopere apparaten zijn bijvoorbeeld (Bresser ca. € 45 en Rovary ca. € 74) en die leveren niet heel nauwkeurige gegevens maar wel een goede en snelle indruk van de luchtkwaliteit in de kamer.


Bij de ECB is gratis een Bresser te leen (zie afbeelding). Het laat steeds actueel CO2, luchtvochtigheid en temperatuur zien, zodat verandering na het aanzetten van de ventilatie of het openen van een rooster snel zichtbaar wordt. Ook als het aantal mensen in de kamer verandert zal dat snel te zien zijn. Er is overigens geen relatie tussen het vocht- en CO2 gehalte in de lucht. De wat duurdere apparaten kunnen ook de meetgegevens opslaan zodat via een grafiek de veranderingen in de tijd te analyseren zijn. Zet het apparaat in een woonkamer-keuken op verschillende plaatsen en gebruik hem ook in de slaapkamer ’s nachts en in de badkamer.
Luchten en ventileren

Een oude methode wordt nog steeds toegepast: een korte tijd veel ramen en deuren openzetten zodat de verse lucht snel naar binnen komt. Prima, zeker om ook geuren weg te krijgen. Maar als je met een CO2-meter kijkt zie je dat de verse lucht al snel weer vervuild raakt, zeker met meerdere mensen in de kamer. Daarom is het beste een modern ventilatiesysteem te installeren, dat zoveel verse lucht binnenhaalt als nodig is maar niet te veel om de warmte niet kwijt te raken.
De verschillende ventilatiesystemen

Er zijn in Nederland 3 hoofdsystemen.
- A-ventilatie (veelal natuurlijke ventilatie genoemd, linker plaatje). Omdat huizen vroeger veel kieren, klapraampjes e.d. hadden was er relatief veel luchtverversing en zeker als er flink wind was. Alle verwarmde binnenlucht was zo ook snel buiten en daarmee ging de dure warmte verloren. Bij nieuwbouw zal A-ventilatie niet meer toegepast worden.
- B-ventilatie komt in Nederland vrijwel niet voor. Daarom geen plaatje. Bij dit type wordt de verse lucht aangezogen van buiten en zal op natuurlijke wijze via ramen, kieren, roosters weer naar buiten gaan.
- C-ventilatie (middelste plaatje) kwam op in de jaren 70, waarbij meestal op zolder een ventilatiepomp geplaatst werd die de vervuilde lucht uit de keuken, WC en badkamer zoog. Verse lucht kwam binnen via roosters en klapraampjes. De afzuiging werd handmatig met een schakelaar bediend (3 standen meestal). Tegenwoordig wordt er verbeterde C-ventilatie gebruikt. Naast de 3 genoemde ruimtes wordt ook de lucht uit andere ruimten gehaald via 1 of 2 extra buizen (woonkamer en trappenhuis) en ruimere spleten onder deuren. De inlaat-roosters (1 per kamer) zijn zelfregulerend zodat zij bij harde wind niet te ver open staan. En de belangrijkste toevoeging: de afzuigventilator zuigt extra als het nodig is. Daartoe wordt het vochtgehalte (badkamer) en het CO2-gehalte (slaapkamers en eventueel woonkamer) voortdurend met sensoren gemeten.
- D-ventilatie (rechter plaatje) is een systeem waarin de afvoer én de afvoer via (aparte) buizen plaatsvindt via een centrale ventilatiepomp met sensoren voor vocht en CO2, die de hoeveelheden voor af- en aanvoer aansturen (D1). Wanneer dit systeem gekoppeld is aan een warmteterugwinunit (WTW) spreekt men ook wel van D2.
Er zijn enkele varianten:
- De ventilatiepomp van C- of D-ventilatie wordt gekoppeld aan de verwarming van het huis door de warmte uit de afgevoerde lucht te gebruiken in een (hybride) ventilatiewarmtepomp.
- Met warmteterugwinning kan de warmte uit de afgevoerde lucht overgegeven worden aan de naar binnenkomende lucht. Het warmteverlies is dan beperkt. Dit is een veel toegepaste variant bij D-ventilatie.
- Combinatie van een C-ventilatie op de slaapkamerverdiepingen met een decentrale D-ventilatie met warmteterugwinning in de woonkamer-keuken. Omdat deze D-ventilatie kan volstaan met 1 of 2 openingen voor aan- en afvoer door de buitenmuur is het grote voordeel dat er weinig buizen nodig zijn. Vooral van belang bij huizen met zware betonnen vloeren. Zie afbeeldingen hieronder.


Lees hier meer over op de site van het Regionaal Energiecentrum/Grijs naar Groen. Of bezoek hun showroom in Zeist om de systemen naast elkaar te zien. Het is belangrijk een keuze te maken in het gewenste systeem voordat je besluiten neemt over het vervangen van glas (en eventueel kozijnen). Want in bijvoorbeeld het C-systeem zijn in de ramen speciale roosters nodig.
Ook een combinatie van systemen is mogelijk. Dat is dan bijvoorbeeld een centrale ventilatiebox op de vliering en gestuurde raamroosters in elke slaapkamer en de badkamer (systeem C) terwijl er in de meest verwarmde vertrekken (woonkamer, keuken) een decentrale ventilatiebox van het D-systeem aangebracht wordt. In deze laatste box wordt de warmte uit de afgevoerde lucht direct overgedragen aan de binnenkomende verse lucht. Dit wordt warmteterugwinning genoemd. Omdat veel keukens een open verbinding hebben met de woonkamer kan dan volstaan worden met 1 buis naar buiten. Hieronder enkele foto’s van zo’n decentrale ventilatiebox met warmteterugwinning.



Benutten afgevoerde warmte
In de via de ventilatiebox afgevoerde lucht zit veel (kostbare) warmte, die verloren gaat als het buiten het huis komt. Deze warmte is opgewekt met gas of elektriciteit. Er zijn 2 mogelijkheden ontwikkeld om die warmte te benutten:
- Warmteterugwinning (wtw). In een apparaat wordt de warmte uit die afgevoerde lucht gehaald en overgedragen aan de binnenkomende verse lucht, zie het D-systeem dat hierboven genoemd is. Deze overdracht is behoorlijk efficiënt zodat er niet veel warmte verloren gaat. Een andere vorm is een wtw-unit op een kanaalafzuiging uit bijvoorbeeld de keuken of badkamer.
- Ventilatiewarmtepomp. Ook hierbij wordt de warmte uit de afgevoerde lucht gehaald en vervolgens door een warmtepomp geleid. Dit betekent dat met het gebruik van extra elektriciteit – zo mogelijk van eigen zonnepanelen – veel meer warmte geproduceerd wordt. Bij bepaalde typen kan ook warm water opgeslagen worden in een boiler, waardoor het soms mogelijk is met dit systeem helemaal van het gas af te gaan.
Buizen door betonnen vloeren
Veel huizen zijn vanaf de 70-er jaren gebouwd met betonnen vloeren. Voor ventilatiesystemen zijn flinke buizen (diameter ca. 10 cm) nodig die vanuit de ruimte naar de ventilatiebox leiden. Het voor zo’n diameter gaten te boren is een flinke klus voor gespecialiseerde bedrijven. Daarom is het de kunst om zoveel mogelijk bestaande openingen in deze vloeren te benutten. Uiteraard de gaten van een eventueel nog aanwezige mechanische afzuiging. Maar denk ook aan schoorstenen, afvoerpijpen uit de keuken, het trappenhuis e.d. De plastic buizen kunnen door een timmerman met een houten omkasting ook uit het zicht gehaald worden. Waarschuwing. In huizen uit de 70-er jaren is soms asbest verwerkt in de buizen en in de gebruikte kit. Let dus op bij boren of zagen!
Ventilatie kruipruimte
Om keldergeuren en vochtproblemen in de kruipruimte te voorkomen is het nodig dat die ruimte goed geventileerd blijft worden. Waar vroeger de spouwmuur deze ventilatie ondersteunde is dat na een spouwmuurisolatie niet meer het geval. Bovendien werden veel van de oorspronkelijke roosters dichtgemaakt. Door de isolatiebedrijven wordt daarom gecontroleerd of er voldoende ventilatie van de kruipruimte zal zijn nadat zij de spouw geïsoleerd hebben. Zo niet dan boren zij enkele gaten vanaf de buitenmuur schuin naar de kruipruimte en brengen daarin een buisje met een ventilatierooster aan.


Huurwoning
In de Kennisbank richten we ons vaak op woningeigenaren/bewoners omdat zij verantwoordelijk zijn voor het verduurzamen van hun eigen woning. Huurders kunnen minder doen omdat de verhuurder (vaak een woningcoöperatie) voor isolatie, verwarmingssysteem, ventilatie e.d. verantwoordelijk is. De huurder heeft op dat vlak echter wel rechten. Kijk eens op de site van de Huurcommissie naar eisen die bijvoorbeeld onder C1 aan ventilatie en vocht gesteld worden. Allereerst heeft een huurder eigen verantwoordelijkheden zoals de aangebrachte voorzieningen goed gebruiken (laat roosters open, zet de ventilatiebox niet uit, zet bij een vochtprobleem de verwarming niet helemaal uit)! Als dit allemaal onvoldoende is dan kan je de volgende stappen zetten:
- Meld het bij je verhuurder. Vochtproblemen of schimmel zijn een woninggebrek.
- Word het niet opgelost, meld het bij:
- de klachtencommissie Woningcorporaties regio Utrecht
- of als het om een particuliere verhuurder gaat bij de gemeente
- Als het niet snel opgelost wordt, kan je de huurcommissie vragen een advies voor huurverlaging uit te brengen.
Meer weten over ventilatie?
Kijk verder op deze pagina van MilieuCentraal en JouwHuisSlimmer